Founding father van de UvA

Goedbeschouwd was Gerardus Vossius een immigrant: zijn wieg stond in de buurt van Heidelberg. De geleerde Vossius stierf echter als Amsterdammer, en wat meer is: hij was een van de founding fathers van de UvA.

Homo universalis

De Universiteit van Amsterdam, nu een miljoenenbedrijf met duizenden werknemers, begon ooit als een hogeschooltje met twee docenten. Dat schooltje, het Athenaeum Illustre, had een bescheiden onderkomen in de Agnietenkapel aan de Oudezijds Voorburgwal. Maar die beide pionierende docenten, Caspar Barlaeus en Gerardus Vossius, ontpopten zich tot wetenschappelijke zwaargewichten.

In 1632 hielden zij hun inaugurele redes. Vossius verdedigde in zijn rede het nut van de geschiedenis. Dat onderwerp had zijn warme belangstelling, maar dat gold voor vele zaken. De theoloog, filoloog en historicus Gerardus Joannes Vossius (1577–1649) was wat men wel een homo universalis noemt, een breed ontwikkeld man. Zijn publicaties bestreken een groot deel van de toenmalige wetenschap.

Terug naar de bron

Daarmee werd hij een van de belangrijkste Nederlandse humanisten. De herontdekking van de klassieke letterkunde had een nieuwe wetenschappelijke benadering in het leven geroepen: terug naar de bron! Maar wat was de meest betrouwbare versie van een tekst en hoe moest die worden uitgegeven? Vossius was in Dordrecht en Leiden in deze nieuwe benadering opgeleid en zette die in Amsterdam voort. Hij vatte zijn kennis systematisch samen in vlekkeloos Latijn en maakte dat alles bruikbaar voor de wetenschapspraktijk van zijn eigen tijd.

Vossius’ eerste publicatie was een handboek over de welsprekendheid geweest. In zijn Leidse jaren volgden onder meer enkele kerkhistorische studies, een verhandeling over geschiedschrijving en twee woordenboeken. In Amsterdam kwam hij nog meer op dreef. Hij liet er bijvoorbeeld een Latijnse grammatica het licht zien, een boek over heidense riten en een beschouwing over de zuiverheid van de Latijnse taal. Ook verschenen van zijn hand maar liefst drie boeken over de theorie van de dichtkunst.

Uitgebreid netwerk

De brede interesses van Vossius blijken niet alleen uit zijn publicaties, maar ook uit de tientallen manuscripten die van hem bewaard gebleven zijn. Het zijn echte ‘werkhandschriften’: je ziet een geleerde al lezend en studerend tekst doorhalen, verbeteren en toevoegen. Daarnaast worden bij de Bijzondere Collecties honderden brieven van en aan Vossius beheerd. Ze getuigen van het uitgebreide netwerk dat hij opgebouwd had en van de manier waarop dat netwerk onderhouden werd. Tot zijn vrienden behoorden Hugo de Groot en Pieter Cornelisz Hooft.

De Universiteit van Amsterdam bezit twee zeventiende-eeuwse portretten van Vossius. De makers zijn onbekend; een is 1636 gedateerd. Daarnaast is Vossius samen met Caspar Barlaeus gebroederlijk vereeuwigd in een gebrandschilderd gedenkraam uit circa 1920, vervaardigd door Willem Bogtman, in de Agnietenkapel.

  • Manuscript van Gerardus Vossius. Foto: Monique Kooijmans.

xtf_query: 
title=Vossius

Objecten bij dit verhaal