Griekse wereld

De Griekse wereld omvat meer dan Griekenland. Kolonies werden gesticht in Zuid-Italië en Sicilië en op de westkust van het huidige Turkije. Na de overwinning op de Perzen kwam Griekenland tot grote bloei.

Geometrische periode (ca. 900-700 v. Chr.)

Na het ineenstorten van de Myceense paleiscultuur ontstaan er kleine gemeenschappen die op overleven gericht zijn en weinig contact met de buitenwereld hebben. In de 8ste eeuw v. Chr. komen de zogenaamde stadstaten op (poleis), dat wil zeggen steden met een gebied eromheen dat in economisch en politiek opzicht van de stad afhankelijk is. 
De Geometrische periode dankt zijn naam aan de geometrische versieringen op de voorwerpen, zoals meanders (rechthoekige gebroken lijnen) en driehoeken. Daarnaast komen dieren op de vazen voor en in de loop van de 8ste eeuw nemen menselijke figuren steeds belangrijker plaats in op de potten. In de graven werden vele voorwerpen meegegeven, onder meer de vazen die onderdeel uitmaakten van het drinkservies dat bij het begrafenisritueel gebruikt was.
Er wordt er steeds meer handel gedreven en er ontstaan contacten met andere culturen. In deze tijd werd het alfabetisch schrift overgenomen van de Phoeniciërs en zijn (APM16091) Homerus’ Ilias en Odyssee, opgeschreven.

Oriëntaliserende periode (ca. 700-600 v. Chr.)

Vele ideeën, technieken en voorstellingen die in het oosten en Egypte gangbaar waren, werden door de Grieken voor eigen gebruik aangepast en leidden tot de zogenaamde Oriëntaliserende periode. De stadstaten die in de 8ste eeuw v. Chr. ontstaan waren, groeiden. Korinthe dat gunstig gelegen was op de landengte (de Isthmos) tussen de Peloponnesus en het Griekse vasteland, werd een belangrijk centrum van handel en nijverheid. De aardewerkproductie en de export daarvan kwamen tot geweldige bloei. In de gebieden rond de gehele Middellandse Zee is Korinthisch aardewerk in grote aantallen opgegraven. De beschildering van de Korinthische vazen is in de zogenaamde zwart-figurige techniek uitgevoerd. Kenmerkend zijn de rijen dieren.

Sculptuur

In het midden van de 7de eeuw v. Chr. vestigden kunstenaars en handwerkslieden uit het oosten zich op Kreta. Een nieuwe, oriëntaliserende stijl werd geïntroduceerd die zijn naam ('Daidalisch') ontleent aan de legendarische grondlegger van de Griekse beeldhouwkunst, Daidalos. Hij zou op Kreta werkzaam zijn geweest. Van hem werd gezegd dat zijn beelden konden zien, lopen en zelfs spreken. Ze zouden sterk op de Egyptische beelden lijken. Kennelijk gaat het hier om de vroegste kouros-beelden.
Men neemt aan dat de Grieken de techniek van het beeldhouwen in harde steen van de Egyptenaren hebben overgenomen. De overeenkomsten zijn inderdaad groot, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Egyptische beelden staan tegen een zogenaamde rugpijler en de steen tussen de benen is niet weggehakt. De Grieken laten deze rugpijler weg en haalden de steen tussen de benen weg zodat de beelden vrij op hun voeten staan. Hun kouroi zien er levensechter uit dan de Egyptische beelden; ze wekken de indruk zich te bewegen.  

Archaïsche periode (ca. 600-480 v. Chr.)

In Athene legde Solon in het begin van de 6de eeuw v. Chr. zijn hervormingen in wetten vast. Hij stelde een gekozen volksraad in en gaf de volksvergadering meer macht. Hiermee werd eigenlijk al de basis voor de Atheense democratie gelegd. De tiran Peisistratos greep in 561/560 v. Chr. de macht. In 510 v. Chr. werd Kleisthenes de nieuwe leider. Hij voerde hervormingen door tegen de macht van de grootgrondbezitters en democratiseerde de raad van afgevaardigden.

Atheens aardewerk

De Corinthische zwart-figurige techniek werd rond 630 v. Chr. door de Atheense vaasschilders overgenomen. In Athene bleef deze techniek in gebruik tot ca. 470 v. Chr. De rood-figurige techniek is een Atheense uitvinding van omstreeks 530 v. Chr. Veel aardewerk was bestemd voor gebruik bij het symposion, het drinkgelag dat volgde op de maaltijd die door de gastheer aan vrienden werd aangeboden. Het was een mannenaangelegenheid, met uitzondering van de dienaressen, danseressen, muzikanten en meisjes van plezier (hetairen) die voor de gelegenheid werden ingehuurd.

Sport

De Olympische Spelen ter ere van de god Zeus werden in 776 v. Chr. voor het eerst gehouden. In Athene werden de Panathenaeïsche Spelen gehouden ter ere van de godin Athena. Onderdelen waren hardlopen, de vijfkamp, boksen, worstelen en paarden- en wagenraces.

Klassieke periode (ca. 480-323 v. Chr.)

Van cruciaal belang voor de geschiedenis waren de overwinningen van de Atheners op de Perzen bij Marathon (490 v. Chr.) en Salamis (480 v. Chr.). Vanaf 454 v. Chr. voerde Athene de heerschappij over een zeer groot gebied en het bezat een grote vloot. Perikles (APM16036) was in Athene de belangrijkste staatsman van ca. 460 tot zijn dood in 429 v. Chr. Hij zorgde voor een verdere ontwikkeling van de democratie in Athene. De 5de eeuw was een periode van ongeëvenaarde culturele bloei in Athene. De laatste dertig jaar van de 5de eeuw v. Chr. staan in het teken van de oorlog tussen Athene en Sparta, de zogenaamde Peloponnesische Oorlog (431-404 v. Chr.), die uiteindelijk door de Spartanen werd 

Goden

Het hoofd van de Olympische godenfamilie is de hemelgod Zeus. Vermomd als een stier benaderde hij de sterfelijke prinses Europa. Apollo (APM13363) is vooral bekend als de god van de muzische kunsten. Hij wordt dan ook vaak afgebeeld met een snaarinstrument. Aphrodite (APM00576) is de godin van de liefde, de schoonheid en het seksuele leven. Dionysus is de god die wijn, maar ook van het drama, de terugkeer van de natuur, de dood en het nieuwe leven. Athena is niet alleen de beschermster van de stad Athene, maar bovenal de godin van de geordende, tactische oorlogvoering in het algemeen. Verder beschermt zij de wetenschappen en het handwerk. 

Verandering van onderwerpen

In de loop van de 5de eeuw v. Chr. worden de onderwerpen die op vazen en andere voorwerpen zijn uitgebeeld alledaagser. Zelfs kinderspelen (APM 1891). worden uitgebeeld  Ontroerend is de voorstelling op de grafsteen van een vrouw die waarschijnlijk in haar kraambed is overleden 

Macedonië

In de tweede helft van de 4de eeuw v. Chr. deed een nieuwe macht zijn intrede. Koning Philippus II van Macedonië streefde naar één grote Balkan-staat. In 336 v. Chr. werd hij vermoord en opgevolgd door zijn twintigjarige zoon Alexander (APM16073). Deze versloeg de Perzische koning Darius en veroverde Klein-Azië, Phoenicië, Egypte en Mesopotamië. Alexander de Grote stierf 33 jaar oud in Babylon.

Hellenistische periode (ca. 323-30 v. Chr.)

Na de plotselinge dood van Alexander de Grote in 323 v. Chr. was er niet meteen een stabiel systeem voor het besturen van het immense rijk dat Alexander naliet. In 301 v. Chr. werd Alexanders rijk in drie grote gebieden gedeeld: Macedonië/Griekenland, Syrië en Egypte onder de Ptolemaeën (Zie verhaal Willem over Alexandrië).

Zuid-Italië en Sicilië

Gedurende twee eeuwen, van omstreeks 750 tot 550 v. Chr., stichtten Griekse steden kolonies aan de kusten van Zuid-Italië en Sicilië. Tot omstreeks 440 v. Chr. importeerden de Griekse kolonisten in Zuid-Italië en op Sicilië rood-figurig aardewerk uit Athene. Daarna gingen ze dit soort aardewerk (APM11888) zelf produceren. Opvallend zijn de vele vaasschilderingen uit Zuid-Italië en Sicilië die in verband staan met theateropvoeringen. 
Sommige steden produceerden opmerkelijk aardewerk: in Canosa, in de hak van de laars (Apulië) werden vazen met plastische toevoegingen van terracotta en bonte beschilderingen vervaardigd. De vormen werden overgenomen van de plaatselijke, Daunische bevolking. Wel Grieks van stijl zijn de los opgezette terracotta figuren. Karakteristiek voor aardewerk uit Centuripe op Sicilië is de combinatie van vergulde reliëfversiering en veelkleurige beschildering, die ná het bakken is aangebracht. Men neemt aan dat deze vazen geschenken waren die aan de bruid werden gegeven. Ook deze vazen hadden geen functie in het dagelijks gebruik. 

  • Het Parthenon in Athene.

Objecten bij dit verhaal